Jacobus Volkersz Wijs de ( Vos)
Jacobus Volkersz Wijs de ( Vos),
geb. op 20-10-1721 te Blaricum,
ged. Rooms Katholiek op 20-10-1721 te Eemnes; Aeltie Jacobs.- Vader:
Volckert Tijmensz Wijs de ( Vos), zn. van Tijmen Lambertsz Vos en Grietje Rutgers ,
geb. op 23-09-1694 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1729-56,
ged. Rooms Katholiek op 23-09-1694 te Blaricum; dgt. Neeltje Gijsberts,
ovl. op 08-05-1748 te Blaricum; Koptienden Laatste: 1750-56,
begr. op 08-05-1748 te Blaricum; Impost: f 3,-,
, -
VOLKERT TIJMENSE
Blaricum Koptienden (1729-56 1750-56):
1729-56: v. Gerrit Nagtglas 2 kop
1733-56: bij koop v. Jacob Dirks Coppen 7 kop 1/4
- Situatie: 1 Spt 1 kop 1/4
1750-56: bij Coop op Dirk Jansz Hogenbirk 2 kop
- bij Erf op Harmen Roelen Verwer 7 kop 1/4
-
Blaricum-Dopen-RK; 23-09-1694: Volcke, V: Tijmen Lammertsz, M: Grietje Rutgers, matr. Neeltje Gijsberts
-
Blaricum-Trouwen-Kosten; 09-05-1716: Volckersz Tijmensz en Geertje Jacobsz: Pro Deo
-
SAGV155.2-3267-Schepenakten; Aktedatum: 02-05-1716: Huwelijkscontract. Compareerden ter Secretarie tot Blaricum Volcken Tijmensz jongman toecomende bruijdegom geassisteert met Tijmen Lambertsz sijn vader ter eenre, ende Geertje Jacobs Coppen
jongedoghter toecomende bruijd geassisteert met Pieter van der Pol en Pieter Ebbe hare vooghden ter andere sijde
-
SAGV155.2-3255-Transporten, folio 5; 24-05-1723: Blaricum. Roetert Rijksz en Aeltje Jacobsz egtelieden vercogt aan Volks Tijmensz eerstelijk 1/3 stuk land, nog 1/3 stuk land
-
SAGV155.2-ORA-3240-blz.223-224; 04-03-1729: Door Schepenen aangestelt Gijsbert Bregtersz en Gijsbert Lambert Elbertsz beijde tot Blaricum wonend, ten eijnde om in den boedel en nalatenschap van beijden wijlen Tijmen Lambertsz en Grietje
Rutgers in Leven egtelieden tot Blaricum overleden, re representreren de minderjarige nagelaten kinderen van Gerrit Tijmen Lambertsz die hij soo bij sijn eerste als tweede vrouw heeft geteelt, sijnde de voorn. Gerrit Tijmen Lambertsz tot Over
Diemem overleden en een soon geweest van de voorn. Tijmen Lamberts en Grietje Rutgers
Sulx op, voor en ten behoeve van de voorn. kinderen die uijt hoofde van haar voorn. vader meede erffgenamen sijn van de voorz. haar Grootvader en Grootmoeder.
De mede-erfgenamen Jacob Tijmen Lambertsz en Volken Tijmensz Lambertsz dewelke de administratie doen
-
Blaricum-Trouwen-Kosten; 02-02-1742: Volken Tijmensz met Geertje Hendriks, ieder f 3,- = f 6,-
-
Blaricum-Begraven-Kosten; 08-05-1748: Volken Tijmensz: f 3,-
-
SAGV155.2-ORA-3241-blz. 171; 01-07-1748: Vermits Geertje Jacobs in Leeven Huijsvrouw van Volken Tijmensz deeser weereld alhier tot Blaarikum is koomen te overlijden nalatende een soon genaamt Jacob Volkersz over welke Jacob Volkersz bij acte
tot voogden getslt sijn geworden Roetert Rijksz Schadde en Gerrit Pietersz van der Pol, en dat ook alhier deeser weereld is overleeden de voorn: Volke Tijmensz sijn vader, welke Jacob Volkersz ombequaam ge-oordeel werd tot de regeering niet
alleen van sijn moeders goederen maar ook die van vaders sijde.... stellen vij deesen Gerrit Pietersz van der Pol, Roetert Rijksz Schaddé, en Tijmen Evertsz enz
-
SAGV155.2-ORA-3241-blz. 173; 28-10-1748: Tot voogden over de twee (2) nagelaten minderjarige kinder van wijlen Volken Tijmensz door den selve egtelijk verwekt aan Geertje Hendriksz werden gestelt Gijsbert Lambert Elbertsz en Meeuwis Harmensz de
Graeff,
tr. (2)
met zijn achternicht Gerritje Hendricks Raven.,
tr. (1) op 09-05-1716 te Blaricum; Pro Deo.
- Moeder:
Geertje Jacobsz Coppen, dr. van Jacob Dircksz Coppen en Aeltje Roelen ,
geb. in 1694 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1707-82,
ovl. in 11-1741 te Blaricum; Koptienden Laatste: 1750-54,
begr. in 11-1741 te Blaricum; Impost: f 3,-,
, -
GEERTJEN JACOBSZ COPPEN
Blaricum Koptienden (1707-82 1750-54):
1707-82: v. Jacob Dircksz Coppen 2 Spt 2 cop 1/2
t/m 1720-54: Situatie: 2 Spt 2 cop 1/2
1721-54: Romijns op Numeriek Situatie: 2 Spt 3 cop 1/4
1727-54: op Gerrit Ploos 2 kop
- Situatie: 2 Spt 1 kop 1/4
1729-54: bij ERF v. Tijmen Lambertse 7 kop 1/2
- Situatie: 3 Spt 0 kop 3/4
1750-54: ERF op Harmen Roelen Verwer 3 Spt 0 kop 3/4
-
SAGV155.2-3228-blz. 34-37; 15-10-1696: Alsoo Aeltgen Roelen in haer leven huijsvrouw van Jacob Dircksz Coppen deser werelt is comen te overlijden nalatende een kint genoemt Geertje Jacobs ten wiens behoeven de voorn. Jacob Dircks gehouden was
te doen bewijs van moeders nagelaten goet, waer toe hij altijt genegen was geweest. Als dat deselve eerlangh sigh wel tot een tweede huwelijk conde begeven. Soo vervlaeren de voorn. Jacob Dircksz Coppen mitsgaders Evert Pietersz en Lambert
Jansz Verwer als vooghden. Volgt een opsomming van 4 blz. Van stukken land en (luxe) goederen en geld enz.
-
SAGV155.2-3267-Schepenakten; Aktedatum: 14-12-1708: Compareerden voor d gereghte tot Blaricum, Gijsbert Hendricksz weduwenaer van Fuijsje Jans ter eenre & Lambert Jansz Verwer en Cornelis Willemsz Verwer als vooghden over de vier (4) kinderen ;
betreft akte van bewijs van moeders nagelaten goederen. Een en ander wordt nog belast door: obligatie van Gerrit Crijnen Coetsier. Nogh f 50:- die het weeskint van Jacob Coppen verweckt bij Aeltje Roelen per obligatie te eijsschen heeft, en
eijndelijck nogh f 62:- dchildigh aen Dirck Elbertsz
-
Blaricum-Begraven-Kosten; November-1741; Geertje Jacobs Coppen: f 3,-
-
SAGV155.2-ORA-3241-blz. 171; 01-07-1748: Vermits Geertje Jacobs in Leeven Huijsvrouw van Volken Tijmensz deeser weereld alhier tot Blaarikum is koomen te overlijden nalatende een soon genaamt Jacob Volkersz over welke Jacob Volkersz bij acte
tot voogden getslt sijn geworden Roetert Rijksz Schadde en Gerrit Pietersz van der Pol, en dat ook alhier deeser weereld is overleeden de voorn: Volke Tijmensz sijn vader, welke Jacob Volkersz ombequaam ge-oordeel werd tot de regeering niet
alleen van sijn moeders goederen maar ook die van vaders sijde.... stellen vij deesen Gerrit Pietersz van der Pol, Roetert Rijksz Schaddé, en Tijmen Evertsz enz.